Hindoestaanse uitvaart
Leestijd: 3 minuten
Het hindoeïsme gaat er vanuit dat de mens een kringloop van wedergeboortes doormaakt (reïncarnatie). Na de dood verlaat de ziel het lichaam om te reïncarneren om uiteindelijk te worden opgenomen in brahman: de goddelijke oerbron. Hindoes zien de dood als de overgang naar nieuw leven. Het lichaam is slechts bedoeld voor tijdelijk ‘gebruik’ en heeft op het moment van sterven zijn taak volbracht. Bijna alle hindoes kiezen voor crematie. Ze geloven namelijk dat dit de snelste manier is om herenigd te worden met de oerbron, wat betekent dat je niet meer hoeft te reïncarneren. Hindoestaanse uitvaarten zijn gevuld met symboliek.
“Hindoes zien de dood als de overgang naar nieuw leven. Bijna alle hindoes kiezen voor crematie”
Wilt u meer weten over een Hindoestaanse uitvaart of de mogelijkheden bij PC Uitvaart? Vul dan onderstaand formulier in.
Traditionele kleding
Het lichaam moet zo snel mogelijk terug naar de oerbron met de vijf elementen: water, vuur, aarde, lucht en ether (ruimte). Meestal wordt een overledene daarom meteen naar een uitvaartcentrum overgebracht, waar hij of zij wordt afgelegd en gewassen in aanwezigheid van naaste familieleden. Een overleden man wordt in een speciale doek gewikkeld of krijgt een pak aan. Een overleden vrouw wordt gekleed in een sari (omslagjurk). Ondertussen bidt de priester met de familie en alle aanwezige vrienden en bekenden in de ontvangstzaal van het uitvaartcentrum. Daarbij wordt de dia aangestoken: een lichtje dat bestaat uit een aardewerken schotel gevuld met geklaarde boter. In een koperen bokaal wordt water geschonken voor de zielenrust van de overledene. Na het bezoek gaan de nabestaanden naar het huis van de overledene, waar het ritueel met de dia en de bokaal wordt herhaald. Ook wordt er gebeden en voorgelezen uit de Ramayana.
“De overledene wordt zo snel mogelijk naar een uitvaartcentrum overgebracht”
De Hindoestaanse crematie
Op de dag van de crematie scheert een zoon – of een ander mannelijk familielid –zijn hoofdhaar af, op een klein staartje na. Hij treedt bij de uitvaartplechtigheden op als offeraar. Hij moet hiervoor rein zijn en mag anderen niet aanraken. Tijdens de Hindoestaanse uitvaart dragen de aanwezigen meestal witte of zwart met witte kleding; in elk geval geen rood.
In het uitvaartcentrum wordt een plechtigheid gehouden waarbij de priester vijf eivormige balletjes (pindhs) maakt van rijstmeel, honing, melk, klare boter, suiker en sesamzaad. Eten symboliseert voor hindoes het leven en is een manifestatie van het goddelijke. De balletjes worden in doeken gelegd en geofferd door ze in de kist bij de overledene te leggen. De nabestaanden leggen ook bloemen, geurige kruiden en rijstkorrels in de kist terwijl ze bidden en zingen. Vervolgens wordt de kist gesloten, met een doek bedekt en naar het crematorium gebracht.
“Tijdens de uitvaart dragen de aanwezigen witte of zwart met witte kleding. In elk geval geen rood”
As verstrooien
Bij het crematorium dragen de mannen uit de familie de kist naar binnen; de zoon of zoons lopen voorop. In de aula wordt de kist geopend en versierd met kransen. Na het zingen van religieuze liederen volgt een preek door de priester. De oudste zoon loopt vervolgens met een brandende dia vijf maal rond de kist en raakt daarbij vijf keer met de dia de mond van de overledene aan. Dit is de zogenaamde doodskus, waarmee symbolisch het lichaam in brand wordt gezet. Na het gezamenlijk uitspreken van een aantal gebeden gaan de aanwezigen in de rij staan om afscheid te nemen van de overledene en rijstkorrels of bloemblaadjes in de kist te leggen.
Het is voor familieleden belangrijk om het lichaam van de overledene te begeleiden naar de ovenruimte, zodat ze weten dat de crematie is uitgevoerd. Na de crematie moet de as worden toevertrouwd aan de oneindigheid, bijvoorbeeld door de as te verstrooien boven stromend water van de Ganges.
“Na de crematie moet de as worden toevertrouwd aan de oneindigheid”
13 dagen officiële rouw
Na de Hindoestaanse crematie leeft de familie tien dagen sober en eet vegetarisch. Op de tiende dag worden er vegetarische gerechten gekookt die de overledene lekker vond. Een bord met dit eten wordt buiten neergezet: het is voor de overledene. Twaalf of dertien dagen na de crematie is er een rouwplechtigheid in het huis van de overledene. Onder leiding van een priester worden speciale offers gebracht. Daarna wordt de rouw officieel opgeheven, maar de directe nabestaanden mogen pas na een jaar weer feestelijke gebeurtenissen organiseren zoals huwelijken. Na zes maanden herhalen de nabestaanden de plechtigheid van de dertiende dag en na een jaar wordt de rouwperiode afgesloten met een ceremonie.