5 vragen over verlies aan Karin Bloemen
Sterven is een van de weinige zekerheden in het leven. Wat automatisch betekent dat ieder van ons te maken krijgt met verlies. We stelden cabaretière, zangeres en actrice Karin Bloemen vijf vragen over het omgaan met zulk verdriet.
1. Wanneer werd je je voor het eerst bewust van verlies?
“Ik was negen toen ik mijn eerste begrafenis meemaakte. Mijn stiefopa was overleden. Ik weet nog goed hoe verbijsterend ik het concept van ‘doodgaan’ vond. Dat hij nooit meer terug zou komen, vond ik niet te bevatten. Zo oneerlijk, zo hard. Een aantal jaar later, toen ik veertien was, overleed mijn vader. Zijn crematie heb ik niet bijgewoond en dat doet me tot de dag van vandaag pijn. Het heeft me geleerd hoe ongelofelijk belangrijk het is om afscheid te nemen.”
2. Op welke manieren kun je dat doen?
“Afscheid nemen is niet iets wat je één keer doet, maar iets wat je voor altijd blijft doen. Mijn vader is bijvoorbeeld gecremeerd en uitgestrooid over zee. Als ik strandwandelingen maak, denk ik altijd even aan hem. Iedere keer voelt dat weer als een soort afscheid. Soms sta ik wat slap tegen de zee te lullen. Het klinkt maf, maar het helpt tóch. Mijn zoon Gerben (Karin nam haar neefje Gerben in huis toen zijn moeder overleed, red.) heeft zijn moeder, broertje en zusje verloren in een brand. Jarenlang heb ik hem op hun sterfdag naar de begraafplaats gebracht. Dan zei ik tegen hem: ‘Ik weet dat dit gek voelt en dat ze hier niet écht zijn, maar ga hier maar even zitten en zeg wat je wilt zeggen.’ Van een afstand zag ik hem daar wat steentjes verleggen, huilen en praten.”
Je kunt rouw omzetten in liefde voor anderen
3. Waar haal je steun uit op momenten van rouw?
“Muziek en woorden. Een gedicht, een frase, een melodie – het kan je zoveel rust en troost bieden. Als ik muziek van Le Mystère des Voix Bulgares hoor, denk ik aan mijn moeder. We luisterden het samen op haar sterfbed. Prachtig. Andersom hebben anderen dat met mijn liedjes. ‘Geen kind meer’ wordt bijvoorbeeld vaak gedraaid op begrafenissen. Al 23 jaar vertellen mensen mij dat dat lied woorden geeft aan hun gevoel.”
4. Word je banger voor verlies naarmate je er vaker mee te maken krijgt of voelt het comfortabeler om er mee om te gaan?
“Comfortabel met verlies word ik nooit. Maar nu ik ouder ben, is het minder beangstigend, omdat ik ben voorbereid op het gevoel. Als je jong bent en een dierbare gaat dood, dan is er niets dan complete verbijstering. Zeker als het plotseling of abrupt is, komt er zoveel woede, angst, verdriet en pijn los. Nu is er meer acceptatie en weet ik wat ik kan verwachten. Maar uiteindelijk doet elk verlies je opnieuw beseffen hoe eindig ons bestaan is.”
5. Welke lessen heb je geleerd uit de verliezen die je hebt meegemaakt?
“Zoek niet de stilte van je eigen huis op, maar deel je pijn en verdriet met de mensen om je heen. Probeer te zoeken naar dat wat het leven de moeite waard maakt. Ik geloof dat je rouw kunt omzetten in liefde voor anderen. Elke keer dat ik iemand verloren heb, was dat ook weer een herinnering om de mensen die er nog wél zijn te omarmen. En het tweede wat ik geloof, is dat iemand nooit helemaal weg is. Als je van iemand houdt, is diegene altijd bij je. Ik vertel nog steeds over mijn vader, mijn moeder, mijn zus. Ik koester wie ze zijn, zonder dat ze er zijn. Pas als je niet meer over iemand praat, zijn ze weg. Dus geef het een plek, zoek je dierbaren op en blijf over iemand spreken. Zo draag je iemand altijd bij je.”